Ik lees Frans: een staartje en een gedicht

Bonjour! 

Ik weet dat september bijna een week geleden is, maar toch had ik het gevoel dat ik dit nog moest afsluiten. Het is me helaas niet gelukt om Elle s'appelait Sarah uit te lezen. La honte! De reden is dat mijn weekends de laatste tijd nogal sociaal en gevuld zijn, en dat ik ook nog recensies schrijf, werk, lesvoorbereidingen maak, huishouden doe en tv kijk. Mille excuses, maar ik ga dit boek gewoon verder lezen in de herfstvakantie. Ik neem er liever de tijd voor dan nu gauw-gauw een eerste indruk op te schrijven (ik las zo'n 50 pagina's). 

Gelukkig had ik wel tijd om de 3-in-1-review te lezen van Bladzijde 26, die drie Franse boeken in één keer besprak. Chapeau!

Sabrina heeft Elle s'appelait Sarah wel uitgelezen, in het Engels. En ook over Philippe Claudel was ze enthousiast.

Afsluiten doe ik met een gedicht van Émile Verhaeren, een Franstalige Vlaming die best wel wat extra aandacht verdient. Aan het einde van het middelbaar maakte ik een eindwerk over hem, en zo ligt deze dichter ook grotendeels aan de basis van mijn liefde voor de Franse literatuur. Helaas is hij allang gestorven, maar wie wil, kan zijn graf en het museum dat aan hem gewijd is, bezoeken in Sint-Amands aan de Schelde.

Émile Verhaeren door Théo Van Rysselberghe

Je t'apporte ce soir, comme offrande, ma joie
D'avoir plongé mon corps, dans l'or et dans la soie
Du vent joyeux et franc et du soleil superbe;
Mes pieds sont clairs d'avoir foulé les herbes,
Mes mains douces d'avoir touché le cœur des fleurs,
Mes yeux brillants d'avoir soudain senti les pleurs
Naître, sourdre et monter, autour de mes prunelles,
Devant la terre en fête et sa force éternelle.

L'espace entier, entre ses bras de vivante clarté,
Ivre et fervent et sanglotant, m'a emporté,              
Et j'ai passé je ne sais où, très loin, là-bas,
Avec des cris captifs que délivraient mes pas.

Je t'apporte la vie et la beauté des plaines;
Respire-les sur moi à franche et bonne haleine,
Les origans ont caressé mes doigts, et l'air             
Et sa lumière et ses parfums sont dans ma chair.

Emile Verhaeren, Les Heures d'après-midi, 1905


Ik breng je vanavond, als een offerande,
De vreugd van mijn lijf, gebaad in het goud en de zijde
Van de vrije blijde wind en de heerlijke zon;
Mijn voeten zijn helder van mijn tocht door de kruiden,
Mijn handen werden zacht in het hart van de bloemen,
Mijn ogen schitterend door de tranen die plots
Mijn pupillen ontsproten, en stegen en welden,
In het aanschijn van het feestelijk land en zijn eeuwige kracht.

In haar trillende heldere armen heeft de ruimte
Mij vurig-dronken en snikkend meegevoerd,
Ginds, heel ver, ik weet niet waarheen,
Met geboeide kreten aan mijn stappen ontvloden.

Ik breng je het leven en de schoonheid der vlakten;
Snuif ze op van mijn lichaam met je volle, sterke adem,
Mijn vingeren streelden marjolein, en de lucht,
Haar licht en haar geuren zijn diep in mij.

Traduction par René Buckinx

Marthe Massin, de vrouw van Verhaeren, maakte kunst bij zijn poëzie. (tuin in Sint-Amands)

Populaire posts